CRT: instrument of platform?
Zoals wij nu midden in de ontwikkeling van de basis van het Centraal Register Techniek zitten, is het gemakkelijk om ons initiatief te zien als een instrument. Wij zijn druk bezig met het aansluiten van bronorganisaties en met functionaliteiten, zoals onze ID-dienst, abonnementen voor vakmensen en een betere webapplicatie voor bedrijven. Allemaal functies waarvan wij denken dat deze van nut zijn voor de gebruikers.
Daar gaat het precies mis. ‘Waarvan wij denken dat…’, dat is ‘instrument-denken’. Dat wij denken te weten wat gebruikers nodig hebben. En ja, ook wij hebben in het veld onderzoek gedaan naar wat voor functionaliteit gewenst is en daar user stories van gemaakt. Maar ik ben er heilig van overtuigd dat als we bedrijven en vakmensen met een ander profiel gekozen hadden er weer andere wensen naar voren waren gekomen. Als het uitgangspunt ons instrument is en dat we deze willen vullen met zinvolle functionaliteiten, zullen we het geheid goed doen voor de ene doelgroep en ontoereikend zijn voor de ander. Maar wat dan? Dit is toch al een nette aanpak om tot een gewenst instrument te komen? Is er dan een betere manier? Het gegeven van het voor de één goed doen en voor de ander niet is toch universeel?
We proberen al een tijd dit gegeven om te denken. Als we onszelf nu eens niet als uitgangspunt nemen. En als we nu niet eens uitgaan van functies voor gebruikers, maar van de interacties die gebruikers hebben en waarin wij alleen die interacties faciliteren. Dan ga je denken vanuit een platformgedachte in plaats van alleen instrumenteel. Dit is misschien even een lastig concept om te volgen. Maar een gebruiker van een platform ervaart er plezier van als het platform hem helpt in de interactie met anderen. AirBNB helpt verhuurders aan klanten, en klanten aan een mooie tijdelijke woning. Maar het platform helpt ook de lokale ondernemer, door die onder de aandacht te brengen van de huurder en reisorganisaties aan klanten.
Het CRT wil niet alleen kwalificerende data inzichtelijk maken. Wij willen met onze data en slimme diensten plezier en nut bieden aan alle interacties die onze doelgroepen met elkaar hebben. Dus vakmensen met vakbedrijven, vakbedrijven met opdrachtgevers, opleiders met deelnemers, brancheorganisaties met vakmensen en alle andere relaties die je kunt maken met onze doelgroepen. We verzinnen dit niet achter ons bureau. We gaan met hen zelf aan de slag om deze platforminteracties in kaart te brengen. We doen dit binnenkort met alle organisaties uit het kwalificerend veld. Op 11 maart en 15 april in de middag organiseren wij twee werksessies om met het veld uit te werken wat de platforminteracties zijn voor deze gebruikers. De volgende stap is functionaliteit. En dan wel functionaliteit die echt gewenst is bij de gebruikers.
Dit is platformwerken. Een hele klus en dan nog zullen we door vallen en opstaan moeten leren hoe we echt van nut voor de installatiesector kunnen zijn. Wel ben ik ervan overtuigd dat het al beter is dan het ‘instrument-denken’, met de overtuiging te weten waar het veld op zit te wachten.
